De grote hardvrucht is een tweejarige of overblijvende plant, die behoort tot de kruisbloemenfamilie. In de tweede helft van de 19e eeuw is zaad van de plant met verontreinigd vogelvoer, graan en hooitransport in België ingevoerd
 
De plant wordt 45-120 cm hoog en heeft een met klierachtige knobbels bezette stengel en een dikke penwortel. De ruwharige bladeren hebben verschillende vormen. De onderste bladeren zijn liervormig, de middelste bladeren zijn lancetvormig.
 
De grote hardvrucht bloeit in mei en juni met een pluimachtige bloeiwijze. De grote hardvrucht komt voor in ruigten, bermen, stortterreinen, dijken, ruderale plaatsen en langs spoorwegen.
 
De eenjarige wortel kan gegeten worden en bereid worden als mierik. Het blad kan gebruikt worden in salades. Gebruik voornamelijk jong blad, want dat heeft de fijnste smaak.