De Japanse gember is het winterharde broertje van de algemeen gekende gember (Z. officinale). De Japanse gember is dus zeer makkelijk te telen in West-Europa.
 
Plant deze gember bij voorkeur in de schaduw of toch zeker beschermd tegen de brandende middagzon. Om de planten goed de winter door te krijgen, zorg je voor een goed drainerende bodem.
 
De plant sterft af in de wintermaanden en komt terug boven in het voorjaar. Je kan dan de jonge scheuten oogsten. Aan het einde van de zomer verschijnen vanuit de grond de bloemknoppen, ook deze kan je oogsten. Je kunt ze allebei gebruiken als gewone gember. Hun smaak is milder. Verwerk ze in salades, roerbakgerechten of laat ze meekoken in curry of soep.
 
De knollen kan je niet gebruiken en zijn zelfs licht giftig.